Foto door Joop Vlieg
Wat is een watertuin?
“Watertuinen zijn zogenoemde drijvende eilanden met beplanting waarop en -onder allerlei dieren kunnen zitten, schuilen, rusten en broeden: vogels, insecten, amfibieën, reptielen, vissen. Voor ons zijn de watertuinen in de Leidse grachten een startpunt om buurtbewoners te vertellen en leren over de blauwgroene stadsnatuur. Helaas zijn er nog steeds mensen die denken dat de gracht een open riool is.
Vrijwilligers uit de wijk werpen zich op als ambassadeurs, zij behoeden toeristen voor het voeren van de dieren en maken anderen bewust van de waarde van de watertuin. Het is zo mooi om te zien hoeveel mensen de watervogels volgen die op de aanvullende broednesten hun kroost grootbrengen.”
Waar komt jouw liefde voor het waterleven vandaan?
“Ik was een dolfijnenmeisje. Mijn eerste grote liefde kwam uit Ierland, was 3 meter 90 en heette Fungi. Op mijn veertiende lag ik voor het eerst met deze wilde tuimelaar in zee. Later ben ik gaan snorkelen en freediven. Ik lig heel graag in het water, daar kom ik tot rust. Als je rust uitstraalt, dan komen de dieren vanzelf naar je toe.”
Wanneer begon de Leidse gracht te lonken?
“Dat heeft nou weer net níet met waterdieren te maken, maar met het dier dat juist het verst weg wil blijven van het water: de kat. Ruim tien jaar geleden zag ik vanuit mijn huis in de Leidse Havenwijk vaak dode katten voorbij drijven. Met buurtgenoten ben ik om de tafel gaan zitten om te kijken hoe we dit konden oplossen. Kunstenaar Halbe Nicolai maakte voor ons een eerste schets van een kattenklimtouw dat je langs de kade kunt ophangen. Zo ontstond het succesvolle initiatief dat Fonds 1818 ook heeft gesteund: Kat uit de Gracht.”
Hoe belandde jij dan zelf in die gracht?
“Ik was verantwoordelijk voor de vijftien kattenklimtouwen die we in de wijk hadden opgehangen. Om te controleren of ze goed werkten, kon ik er het beste zelf aan hangen. Dat deed ik dus vanuit de gracht. De stap om in de grachten te zwemmen was snel gezet, het water was toen al heel helder. Duikbril op, vinnen aan en liggen maar, een buurvrouw ging vaak met me mee. Tot dan toe noemde ik alle grote vissen karpers. Toen een snoek me voor het eerst aankeek was ik verkocht.”
Krijg je veel mensen mee in je missie?
“Jazeker, en mensen inspireren en helpen mij ook. Zo was daar ambtenaar Marcel Belt, die met het idee kwam van de watertuinen. Dankzij Marcel ben ik ook adviseur voor de stadsgrachten geworden. Hoe let je op het water, hoe houd je het schoon, hoe betrek je de buurt? Hiermee houd ik me inmiddels in meer dan veertig Leidse wijken bezig.
Maar ik wil hier ook zeker meteen Fonds 1818 noemen. Door het vertrouwen dat ik al jaren van jullie krijg, geloven ook de gemeente en andere partijen in me. Dat is zo fijn! Jullie zwengelen de boel tot nu toe vaak aan met de donaties die we ontvangen. We zijn ook heel blij met de bijdragen voor onze Zoutkistenroute en informatiefolder. Op zout- en zandkisten bij de bruggen kunnen mensen van alles lezen en leren over alle dieren die in de Leidse stadswateren leven. Bewoners knappen de kisten geregeld op, door ze schoon te maken en opnieuw af te lakken.”
Hoeveel vissoorten zijn jullie inmiddels tegengekomen?
“De teller staat nu op 23 en dat is een heel bijzondere: een zeeprik. Eind juli ontdekte ik ook nog een nieuwe garnalensoort. Ik houd alle vissen die ik tegenkom bij in een smoelenboek en geef de vissen die ik herken ook namen. De lol van tien jaar onder water in Leiden is dat ik sommige dieren al jaren ken. En buurtgenoten inmiddels ook! Dan roepen ze naar me: ‘Aaf, we hebben Fifi weer gezien!’, dat is zo leuk. Fifi, die de code Br-24 in het smoelenboek heeft, is een brasem die makkelijk herkenbaar is. Een reiger heeft haar ooit eens in haar rug gepikt.
Doordat mensen weten wat er leeft in de grachten, voelen zij zich ook veel bewuster en meer betrokken. Ze gaan zich eigenaar voelen van hun water en grijpen in als ze aannemers specie zien dumpen of grote bedrijven afval zien lozen. Helaas gebeurt dit nog steeds, maar het wordt dus gelukkig wel steeds meer een halt toegeroepen.”
Weet jij je omgeving ook te stimuleren tot het verbeteren van de samenleving en zoek je geld voor de uitvoering van een plan? Kijk dan snel of je voldoet aan onze voorwaarden voor het bewonersinitiatief!
Aan helpende handen geen gebrek als ik je zo hoor?
“Ja, daar raak ik niet over uitgesproken, over hoezeer het water de mensen verbindt. Via de keten van bewoners weet ik het ook altijd heel snel wanneer er iets aan de hand is. Zo hoorde ik over een terror-eend in de gracht, een uitgezette exoot die twee keer zo groot was uitgevallen als de wilde eend. Hij had al twee vrouwtjes verdronken door bovenop ze te gaan zitten. Ik ben de eend met een buurvrouw achterna gegaan en probeerde hem met een snoekduik te vangen. Het is niet gelukt, maar hij is zo geschrokken dat hij zich niet meer heeft laten zien.
Ik ben ook enorm blij met onze vaste vrijwilligers, onder wie vormgever Pierre die al onze borden en platen maakt, en Lilith en Nick die onder andere leuke weetjes en verdiepende informatie toevoegen. De vrijwilligers, de oplettende ogen, de bekende gezichten uit de buurt: we kennen elkaar allemaal door het water, maar staan ook voor elkaar klaar als er andere dingen spelen. Zo was een buurvrouw twee kippen kwijt. Dan staan we dus met z’n allen ‘kip, kip, kip!’ te roepen, terwijl we gebroederlijk langs de grachten lopen en in het water en in de bomen kijken!”
In gesprek met
Geen Fonds 1818 zonder de mensen die vol energie en vaak belangeloos de handen uit de mouwen steken om de samenleving beter te maken. In onze vraag-antwoordgesprekken kom je meer te weten over deze drijvende krachten achter gesteunde projecten.
Wij werken met tien aandachtsgebieden. Dit project valt onder: