Mensen vragen ons vaak van wie Fonds 1818 toch dat geld krijgt waarmee alle projecten worden gesteund. “Op die vraag kunnen we kort en helder antwoorden”, vertelt Fonds 1818-directeur Sanne ten Bokkel Huinink. “Wij krijgen geen geld, we hebben het. Als fonds dat voortkomt uit de in 1992 verkochte Haagse Nutsspaarbank heeft Fonds 1818 een groot vermogen. Het grootste deel van dat geld beleggen we. Met het rendement op die beleggingen kunnen we alle maatschappelijke projecten steunen die we belangrijk vinden.”
Fonds 1818 voor de eeuwigheid
Beleggen brengt risico’s met zich mee. Waarom doet Fonds 1818 het dan eigenlijk? Sanne: “We zeggen altijd dat Fonds 1818 er is voor de eeuwigheid. Dit kunnen we enkel waarmaken als we ons eigen vermogen waardevast in stand houden. Met alleen een spaarrekening lukt dat nooit, dan teer je door de inflatie in op het vermogen. We moeten dus wel beleggen om het vermogen in stand te kunnen houden én een continue en betrouwbare bijdrage te kunnen leveren aan de projecten die we graag steunen.”
Elk jaar willen we ongeveer hetzelfde donatiebedrag uitgeven, van ruim tien miljoen euro. Daarnaast letten we op de kosten die met beleggen samenhangen, die proberen we zo laag mogelijk te houden. Aandelen vormen het grootste deel van de beleggingsportefeuille van Fonds 1818, maar er wordt ook in andere categorieën belegd: in de zogenoemde vastrentende waardes (zoals obligaties en Nederlandse hypotheken), in onroerend goed en in infrastructuur.
Duurzaam beleggen: advies van Anne Gram
Voor Fonds 1818 is het dus niet de vraag óf we willen beleggen. Wel heel relevant is de vraag waarín we dat willen doen. Sanne: “Vroeger keken we er eigenlijk alleen naar of we rendement maakten, de manier waarop speelde nauwelijks een rol. Met de groeiende bewustwording van duurzaamheid in de samenleving, hebben wij ook aandacht gekregen voor duurzaam beleggen. Als je kijkt naar onze beleggingen in infrastructuur, dan zijn daar de laatste jaren bijvoorbeeld zonne- en windmolenparken bijgekomen.”
De aandacht voor duurzaamheid is er nog meer sinds Anne Gram als onafhankelijke deskundige deel uitmaakt van de Adviescommissie beleggingen van Fonds 1818. Deze commissie, die verder wordt gevormd door Sanne en twee bestuursleden van Fonds 1818, stelt de beleggingsportefeuille samen en adviseert het bestuur over het beleggingsbeleid.
Sanne: “Anne brengt enorm veel ervaring en kennis met zich mee. We zijn dus heel blij dat ze, naast een groot pensioenfonds als ABP, ook in onze adviescommissie zit.” Het afgelopen jaar kreeg Anne een mooie waardering voor haar werk: ze werd opgenomen in de Top 50 Woman in Sustainable Finance, een initiatief van de gelijknamige internationale organisatie.
Kleinere organisatie, dezelfde methodiek
“De doelstellingen van Fonds 1818 zijn al sociaal en duurzaam, dus het is logisch om hier ook een duurzaam beleggingsbeleid bij te voeren”, vertelt Anne zelf. Als beleggingsadviseur voor twee pensioenfondsen – ABP in Nederland en ATP in Denemarken – en toezichthouder voor onder andere ASN Bank, werkt Anne voor grote organisaties. Fonds 1818 wijkt hier als regionaal vermogensfonds van af.
Anne: “Ik vind het fijn dat Fonds 1818 een kleinere organisatie is. Er is helemaal geen bureaucratie, dat werkt prettig. Maar verder zijn er in het werk eigenlijk weinig verschillen: alle beleggingen van Fonds 1818 ken ik ook vanuit de pensioenfondsen. Ook de methodiek van het lange termijnbeleggen is vergelijkbaar”.
Het mantra doorbreken
Voor de in Denemarken geboren Anne is haar missie heel helder: “Ik zit in de wereld met heel veel geld en ik wil iedereen aansporen om dat op een goede manier te investeren.” Vanuit bezorgdheid is zij zich een aantal jaar geleden meer in het klimaat gaan verdiepen. “Ik wist wel al dat het erg was, maar niet dat het zó erg was.”
Lang niet alle grote beleggers hebben hier een boodschap aan. Anne: “Er heerst nog altijd veel conservatisme, en het mantra dat duurzaam beleggen minder oplevert is helaas hardnekkig. Het feit dat je met jouw investering impact hebt op de wereld om je heen, leeft nog niet bij iedereen even sterk.”
Waar het in ieder geval wél sterk leeft, is in Scandinavië. “Daar lijkt iedereen meer overtuigd van ‘de groene transitie’, zoals ze het noemen. Bedrijven die zich hiervoor inzetten, worden meer gezien als winners. Hun mantra is: wanneer je blijft beleggen in de oude economie, ervaar je juist achterstand. Die bedrijven krijgen hun businessmodellen niet meer rond. Ik ben het daar helemaal mee eens.”
Anne moedigt beleggers aan om te investeren in bedrijven die echt stappen zetten, die kunnen én willen veranderen. “Je hebt ook bedrijven die dit niet doen, die bijvoorbeeld helemaal drijven op fossiele brandstoffen. Deze groep is klein, maar krijgt heel veel aandacht. Aandacht die ze eigenlijk niet verdienen, want ze hebben de transitie jarenlang gefrustreerd. Laten we ons dus richten op de bedrijven die wél oplossing bieden, zoals een groot aantal nutsbedrijven – en natuurlijk de vele nieuwe, groene initiatieven.”
Duurzame discussie
Wat is duurzaam, wat is niet duurzaam? “Het is niet zo zwart-wit als het soms lijkt”, vertelt Sanne ten Bokkel Huinink tot slot. “Er zit ook een ethische kant aan. Heb je het over wapens, dan denk je direct: dat is natuurlijk een no go. Maar hoe sta je hierin wanneer het gaat om steun voor Oekraïne in de oorlog met Rusland? Het is goed om deze discussie te blijven volgen én voeren met mensen zoals Anne, die op de hoogte zijn en die zich zelf ook weer laten voeden door een groot netwerk van deskundigen en wetenschappers. Op die manier kunnen we tot de beste en duurzaamste keuzes komen voor ons beleggingsbeleid.”